Algemeen: Studeren met een functiebeperking

Studeren met een functiebeperking

1. Inleiding__

Onder functiebeperking wordt verstaan: alle aandoeningen die (vooralsnog) blijvend van aard zijn en die vaak tot studievertraging leiden. Hieronder vallen alle zichtbare motorische, zintuiglijke of psychische aandoeningen en niet-zichtbare aandoeningen zoals bijvoorbeeld dyslexie en chronische ziekten.

Wanneer je een functiebeperking hebt, wil dat niet zeggen dat je geen beroepsopleiding zou kunnen volgen. Wel betekent het dat er soms het één en ander geregeld moet worden. Misschien heb je extra begeleiding, technische hulpmiddelen, aanpassingen in het programma, of andere faciliteiten nodig. Je bent hiervoor deels afhankelijk van de welwillendheid vanuit je opleiding. Er zijn echter ook een aantal wettelijke kaders die je positie als (gehandicapte) student beschermen.

Volgens de Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) heeft elke ingeschreven student recht op deelname aan het onderwijs, het afleggen van tentamens, toegang tot de bij de instelling behorende inrichtingen en verzamelingen, gebruik te maken van ten behoeve van studenten getroffen voorzieningen en studiebegeleiding(WHW 7.34). Bovendien heeft een student recht op een “studeerbaar” programma; dit wil zeggen dat een student in redelijkheid in staat gesteld moet worden om aan de studievoortgangseisen van studiefinanciering te voldoen. Wanneer dit onvoldoende het geval is, zou aanspraak gemaakt kunnen worden op financiële ondersteuning door de hogeschool (WHW 7.51)Verder dient in de onderwijs-en examenregeling van een opleiding vastgelegd te zijn op welke wijze lichamelijke of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de tentamens af te leggen. (WHW 7.12)

In de Wet Gelijke Behandeling is o.a. geregeld dat geen onderscheid gemaakt mag worden tussen mensen met en zonder handicap. De wet geeft je op grond van handicap of chronische ziekte recht op doeltreffende aanpassingen die noodzakelijk zijn om het onderwijs te doorlopen. Een onderwijsinstelling is verplicht tot het treffen van een doeltreffende aanpassing, als de student daarom vraagt. Als de onderwijsinstelling de aanpassing niet aanbrengt dan moet ze aantonen dat de aanpassing niet zal helpen bij het succesvol doorlopen van het onderwijs, of dat met een goedkopere oplossing hetzelfde doel kan worden bereikt. Als je er samen met opleiding niet uitkomt kun je de Commissie Gelijke Behandeling inschakelen.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License